Onlangs was ik bij een bijeenkomst
waar veel mensen aanwezig waren met een stevig overgewicht. Het viel mij op dat vrijwel allen van mening
waren dat hun overgewicht er louter en alleen was omdat zij levensgenieters
waren.
Wat zou Bert Bokhoven – de onbekende
filosoof – daar nu van gevonden hebben ? Het lijkt mij evident dat Bert
onmiddellijk zou doorzien dat hier ernstige denkfouten gemaakt worden. Bert zou
onmiddellijk vraagtekens plaatsen bij de stelling van deze levensgenieters als
zou overgewicht een actieve handeling zijn, die direct verband houdt met het
levensgenieterschap. Bert zou met zijn unieke vermogen om complexe materie tot
een verbluffende eenvoud terug te brengen onmiddellijk de vlijmscherpe analyse
getrokken hebben dat obesitas uitsluitend het gevolg is van ongestructureerde
en veelal onbewust inname van spijzen en dranken. Als voetnoot zou Bert daar
zeker aan toegevoegd hebben dat het een gelegenheidsmisvatting is om aan te
nemen dat eten als zodanig bepaalt of je een levensgenieter bent. Bert wijst
terecht op het tegendeel in de redenering: alsof mensen die minder door eten
geobsedeerd zijn geen levensgenieter zouden kunnen zijn. Ik heb eens opgezocht
hoe het begrip levensgenieter gedefinieerd wordt en kwam daarbij tot verrassende
vondsten. Bert maakt ons met zijn denken
pijnlijk duidelijk dat, om het predikaat “levensgenieter” te mogen dragen, er wel
iets meer moet zijn dan iemand die gewoon te veel eet. Daarmee zou je volgens Bert
de ware levensgenieter bepaaldelijk te kort doen.
In zijn toelichting op zijn denkmodel
geeft Bert aan dat het het levensdoel van levensgenieters is om in alles
gelukkig te zijn. Daarin zijn ook elementen van de psycho-sociale benadering te
herkennen: levensgenieters willen alle mogelijke kansen op geluk pakken, en de
pijnlijke momenten zoveel mogelijk vermijden. De ervaring is het belangrijkste,
en onprettige ervaringen moeten zo lang mogelijk ontlopen worden. De
levensgenieter is erg optimistisch, en kan dit optimisme goed op anderen
overbrengen door overtuigend, en vooral ook,
veel te praten. Het zijn interessante gesprekspartners, mits er geen
probleem is dat besproken moet worden.
De literatuur leert dat levensgenieter door hun grenzen
verleggende, vernieuwende houding levensgenieters interessante ideeën hebben.
Wel hebben ze iemand anders nodig om het idee goed uit te werken, want zelf
kunnen ze niet lang genoeg op één ding focussen om het ook af te maken.
Gelukkig kunnen ze met hun taalvaardigheden goed andere mensen motiveren
en het potentieel in andere mensen naar
boven halen. De levensgenieter is een veelzijdig individu, die steeds op zoek
gaat naar nieuwe, opmerkelijke zaken en altijd
meerdere opties wil open houden. Levensgenieters zitten vol met nieuwe ideeën
en potentiële toekomstvisies. Levensgenieters kunnen niet tegen routine en zijn
niet goed in dingen afmaken; rennen weg van emoties en plichten. Grenzen moet
je een levensgenieter dan ook vooral niet op willen leggen. Levensgenieters
zijn uiterst goed gezelschap, omdat ze intrigerend en grappig zijn, en veel
fascinerende verhalen kunnen vertellen. Het moet alleen niet serieus worden,
want dan rent de levensgenieter weg.
Toch is Bert het niet eens met de
beschrijving van het archetype “levensgenieter” door de zogenaamde deskundigen.
Naar Bert’s – verfijnde – smaak is een levensgenieter iemand die kan genieten
van al wat het leven hem biedt. De vreugde van het nieuwe leven, de vreugde van
geluk, de vreugde van zichzelf te kunnen ontwikkelen. Vreugden of genietingen
die het zinnelijke genot te boven gaan of aanvullen.
Ik realiseer mij dat ik volgens het
gedachtegoed van Bert een levensgenieter ben. Ik was mij daar nog niet echt van
bewust, ook al houd ik van lekker eten. Bert,
dank voor dit inzicht.
Peter Tersteeg