Bert Bokhoven over leiderschap

Tijdens een nieuwjaarsrede heb ik eens gesproken over het begrip moed. De moed van die Chinees die in 1989 met zijn plastic tasje op het Tienanmin Plein de macht van het Chinese leger trotseerde door voor die tank te gaan staan. De man die de moed had te doen wat hij moest doen. Ik zie de beelden nog voor me. De beelden van die schuifelende en aarzelende tank. De tank die stopte. Ik heb nog vaak aan die beelden gedacht. Maar misschien was ook nog wel een ander moedig man op dat moment aanwezig. De commandant van de tank ? Zijn bevelvoerend officier. We zullen het nooit weten. Moed of leiderschap ?

En als we het dan hebben over leiderschap en we kijken eens naar de afgelopen verkiezingen, wat zien we dan ? Alle haantjes mochten weer optreden om hun politieke kunstjes te vertonen. Onder het motto “het is politiek” mag je alles roepen en zeggen. De grootste onwaarheden; de meest fantastische stellingen; demagogie ten top. Een leider onwaardig. Je zou er spontaan verkiezingsuitslag van krijgen. We kregen de uitslag: het volk had gesproken. In al zijn wijsheid. En dan gaan we weer gewoon verder, alsof er niets gebeurd is. Maar toch heb ik iets gemist: leiderschap.

Maar leiderschap wat is dat dan ? Ik probeer mij dan voor te stellen wat  Bert Bokhoven, de onbekende filosoof, hiervan gedacht zou hebben. Bert Bokhoven.  Een groot man in al zijn eenvoud. Een briljant denker. Een uitmuntend filosoof, ook al had hij dat zelf niet in de gaten. Bert Bokhoven dacht na over de zin van het leven. Daar is het verder bij gebleven, want ook Bert heeft het antwoord daarop niet gevonden. En toch was Bert een denker met allure. Jammer dat er niets over hem bekend is. En helaas is Bert in vergetelheid geraakt zoals zovelen overkomt.

Nooit heb ik iets van Bert gelezen, noch heb ik hem ooit ontmoet. En verder weet ik helemaal niets van de man. Maar ik ben en blijf een groot fan van Bert. Vanwege zijn  eenvoud; vanwege zijn probleemoplossend denken.  Bert zou met de hem zo kenmerkende eenvoud ongetwijfeld tot een vlijmscherpe analyse zijn gekomen over het fenomeen leiderschap. Briljant in zijn eenvoud. Oorspronkelijk als hij is, kwam Bert tot een gedachte die zijn oorsprong vond in de getallenleer. Bert was namelijk tot het diepe inzicht gekomen dat er in essentie twee type leiders zijn. De zesjes en de achten.

De zesjes zijn uit op macht. Zij willen graag het baasje zijn en omringen zich met viertjes en vijfjes. Die viertjes en vijfjes zijn er in overvloed. Viertjes en vijfjes zijn gevoelig voor loze beloften, tenenkrommende stellingen, demagogie. Viertjes en vijfjes zijn aanhangers van de filosofie dat wanneer de feiten niet in hun gedachtewereld passen, de feiten dan maar aangepast moeten worden.  Ideale volgers voor een zesje. In die wereld moeten er even geen zeventjes bij komen, want dan raken de viertjes en vijfjes in de stress en wordt het zesje te veel geconfronteerd met zijn eigen beperkingen. Herkent u deze viertjes, vijfjes en zesjes ?

De achten vinden macht niet (meer) zo nodig. Invloed is belangrijker geworden. Achten omringen zich graag met negens en tienen.  De achten zijn niet bang om met hun beperkingen geconfronteerd te worden; de achten hebben een breed geworteld verlangen om te verbeteren en zich daarbij te omringen met mensen die hen verder kunnen helpen om hun gedachtegoed verder te ontwikkelen. De achten hebben van een zeer brede ervaringen en worden veelal wijzer naarmate zij ouder worden. De achten ervaren het als een grote eer om ook anderen verder te helpen zonder het eigen gewin voorop te stellen. Op een volstrekt natuurlijke wijze wordt hun charismatische autoriteit erkent. De achten zijn in staat te leiden zonder macht uit te oefenen. Herkent u ze ?

En juist die achten heb ik gemist.  

Peter Tersteeg




Bert Bokhoven over de loyaliteitsbalans

Onlangs werd ik geconfronteerd met de deskundigheid van een contextueel therapeut. Ik moet u bekennen dat ik er geen raad mee wist. Het ging mijn pet te boven. Het lag dan ook voor de hand om een beroep te doen op het gedachtegoed van Bert Bokhoven, de onbekende filosoof. Bert Bokhoven met zijn ongekend groot probleemoplossend vermogen. Een briljant denker die met al de hem zo kenmerkende eenvoud en bescheidenheid zijn tegenspelers met een te sterk ontwikkeld probleem genererend vermogen tot spontane zelfreflectie weet te dwingen. Intellectuele superioriteit laat zich immers her- en erkennen.

De contextueel therapeut had een rapport opgemaakt waarin het begrip loyaliteitsbalans werd geïntroduceerd. In al mijn onwetendheid richtte ik mij onmiddellijk tot Bert. En zoals gebruikelijk stond ik onmiddellijk weer versteld van het briljante denken van Bert. In een split second kaderde Bert de problematiek in tot zodanig hapklare brokken dat ik het direct begreep. Bert’s logica was richtinggevend in de benadering van het probleemveld: begin met de definitie van de gehanteerde begrippen en bereik consensus met belanghebbenden over die definities. Briljant. As simple as that.  

Contextuele therapie blijkt een therapeutische benadering te zijn die problemen en levensvragen niet los ziet van wat generaties lang is doorgegeven en ontvangen. Intergenerationeel dus. De contextuele therapie vindt haar pijlers op vier niveaus of dimensies: de feitelijke (gebeurtenissen), de psychologische (innerlijke/gevoelsniveau), de transactie (gedragsniveau) en de relationele ethiek.

De grondlegger van de contextuele therapie - een variant van de systeemtherapie - is Iván Böszörményi-Nagy (uitgesproken als Notch). Het basisidee van Nagy is dat de mens op zoek is naar balans; balans in geven en ontvangen. Om deze gedachte te illustreren confronteerde Bert Bokhoven mij met het volgende voorbeeld: een kind staat existentieel in de schuld van de ouders, omdat die hem het leven hebben geschonken. Deze bloedband (volgens Nagy) is niet te verbreken, ook al heeft het kind zijn ouders nooit gekend. Als kind is men feitelijk (1e dimensie) erkenning verplicht aan de ouders. Voor kinderen die dit niet mogen (om welke redenen dan ook) zal dit psychologische gevolgen in negatieve zin hebben (2e dimensie). Deze gevolgen vertalen zich in werkelijk gedrag waardoor je op een bepaalde manier in de wereld staat (3e dimensie). Deze drie dimensies samen bepalen de relationele ethiek (4e dimensie) van een mens: op welke manier sta ik in het leven, hoe is mijn balans. De contextuele therapie bestaat er dan voornamelijk in de consultant inzicht te geven in die niveaus: waar er (nog) geen balans bestaat, of waar nog schuld bestaat. Na het inzicht volgt ondersteunende therapie om afstand te nemen van die schuld, en de balans te herstellen.

Mijn discussie met de contextueel therapeut voelt als een discussie tussen een farmaceut en Dr Vogel. Het deed mij ook denken aan het verhaal van een mevrouw die een geweldig probleem met haar hond had. Het dier luisterde niet, gedroeg zich verschrikkelijk en was niets meet e beginnen. Tot zij een hondenfluisteraar vond die haar vertelde dat het probleem oplosbaar was door de hond een halsband te laten dragen met helende, homeopathische steentjes. Dure steentjes. Een geweldige oplossing vanuit inkomengenererend oogpunt. Toch.
    
Gelukkig kon ik mijn meningsvorming toetsen aan de inzichten van Bert Bokhoven. Ook mijn boosheid kon ik kanaliseren: het was slechts een verstoring van de loyaliteitsbalans. Mijn conclusie was helder. Het rapport van de contextueel therapeut is fantastisch, de waarnemingen zijn uitzonderlijk. Ik heb eigenlijk nog maar één heel klein dingetje: het rapport deugt niet !

U kunt zich ongetwijfeld voorstellen dat een uit een ontwikkelingsland afkomstig, getraumatiseerd meisje, met een geestelijke handicap baat heeft bij contextuele therapie. Zoals een treinmachinist ongetwijfeld ook baat zal hebben bij contextuele therapie als hij moet dealen met de omstandigheid dat weer het zoveelste slachtoffer voor zijn trein gesprongen is.

Bert Bokhoven, dank voor je inzichten. We gaan op zoek naar adequate therapie om dit kind echt te helpen met alle hulp en liefde waar zij recht op heeft. Wij doen niet mee met doen alsof we doen alsof. Wij gaan haar gewoon helpen. Volgens het gedachtegoed van Bert Bokhoven. Heel gewoon.  Simpel en doeltreffend. 

Het is te triest voor woorden. Tenzij ik Bert Bokhoven helemaal verkeerd begrepen heb.  


 Peter Tersteeg

Bert Bokhoven over perceptiemanagement

Perceptiemanagement. Het managen van de beeldvorming. De werkelijkheid iets anders verpakken om het beeld aantrekkelijker te maken. Perceptiemanagement is een vak met toekomst. Gezien mijn interesse in dit vak heb ik mij gekandideerd als hoogleraar perceptiemanagement. Ik heb er helemaal geen verstand van, maar dat is in dit specifieke geval juist een voordeel. Het gaat immers om de perceptie. Als ik mijn omgeving kan doen geloven dat ik de expert bij uitstek ben, dan is het toch goed. 

Ik wil graag met u delen dat ik mij gewend heb tot Bert Bokhoven, de onbekende filosoof. Bert is namelijk betrokken geweest bij tal van imagotransplantaties van bekende figuren. Met de hem zo kenmerkende eenvoud heeft hij een methodiek ontwikkeld om succes te behalen. Een methode met als uitgangspunt: “het gaat er niet om hoe je bent; het gaat er om hoe je overkomt”. As simple as that. Briljant in al zijn eenvoud.

Als Bert mij meeneemt in zijn denkwereld openbaart zich een verbluffend inzicht in de werkelijkheid der dingen.  De rauwe werkelijkheid; de helaasheid der dingen. Dank, Bert, voor dit Grote Begrijpen. Ik zal het gedachtegoed van Bert illustreren aan de hand van die – in het perspectief van perceptiemanagement -  zo grappige verkiezingen.

We zien een prominent sociaal-democraat die kalend is. Het kan je zo maar kan overkomen. Maar iets je laten overkomen past niet in het imago van een groot leider. Daar moet volgens het begrippenkader van Bert Bokhoven omgedacht worden. Hoe kan het passieve ondergaan van kaal worden, worden omgezet in doelgerichte actie. Ook daar had Bert Bokhoven een verbluffend eenvoudige oplossing voor. Scheer het haar helemaal af. Perceptie: het is hem niet overkomen, het is een bewuste keuze. Resultaatgerichte actie. Van de nood een deugd maken. Een voorbeeld voor het volk. Dat is pas een leider. 

En wat dachten we van die andere. Het was een peulenschil; alleen nog even de verkiezingen en de sympathieke man zou onze nieuwe premier zijn. De man had evenwel de enormiteit begaan door zich niet in te lezen in Bert’s gedachtegoed. Het zorgvuldig opgebouwde imago werd volledig vernietigd toen wij hem gezellig thuis zagen en hij bekende dat hij ooit eens naar Spanje op vakantie geweest was en dat daarmee het buitenland gebleven was voor wat het was. We konden niet anders dan daaruit opmaken dat de goede man beschikte over grote internationale belangstelling en ervaring. De vlotheid waarmee hij voorts Engels sprak vestigde een voor hem minder gewenst imago. Volgens Bert, een beginnersfout door op de verkeerde manier en op het verkeerde moment te omdenken in perceptiemanagement.  Eigenwijs, dacht Bert. 

Bij het managen van beeldvorming heeft Bert volgens zijn beproefde AiA concept (Advies in Alles) met grote regelmaat geadviseerd om een “woordvoerder” in te zetten als de directie zelf niet meer in staat is om de zaken “goed”  over het voetlicht te krijgen. Briljant. Iemand die de mening van een ander mag verkondigen. Maar dit even terzijde.  Hoe vaak zien we het niet op televisie. Een zaal vol getergde klanten. Tot het uiterste getergd omdat zij door een leverancier onheus behandeld worden en geen kant meer uit kunnen. Prachtige real life televisie. En dan een vertegenwoordiger van het bedrijf. Natuurlijk niet de topman, maar een masochistisch ingestelde onderknuppel die zijn bovenbaas een plezier wil doen in ruil voor een carrière stapje. De strategie van de onderknuppel is briljant: je gezicht laten zien, begrip tonen voor de aanwezigen, zeggen dat je fout zit, de schuld geven aan de fusie, beloven dat binnen twee weken de hele tent als een zonnetje loopt en de problemen van de aanwezigen na de uitzending allemaal in één keer oplossen. Dat leverde een luid applaus op van de makke, geschoren schapen. Fan-tas-tisch perceptiemanagement.

Bert stelt ons voor een intellectuele uitdaging door ons de vraag te stellen: “wat kunnen we hier van leren?  Zorg zelf zo nu en dan voor flinke problemen en los die zichtbaar op. Haast je niet. De pijn mag best wel geruime tijd voelbaar zijn. Een opgelost probleem laat uiteindelijk een veel warmere herinnering na dan een product of dienst waar nooit wat mee is. Een briljante benadering van een probleem. Omdenken in de ware zin van Bert’s gedachtegoed.

Zo maakte Bert mij ook attent op nieuwe ontwikkelingen in het hedendaagse managementdenken waar de perceptie van leiderschap aan de orde is. Het leiderschap van de zesjes. Vroeger heette een afdelingshoofd een “chef”. Daarna werd hij een “manager”. Maar dat was moeilijk. Nu het consensus denken een trend wordt is de manager een “leidinggevende” geworden. Het zal aan mij liggen, maar ik moet dan altijd denken aan een assistent loodgieter. En ik vraag me ook altijd af waar die “leiding-ontvangenden” dan zijn. Maar ook dit heeft iets met perceptiemanagement te maken.

In de voorbereiding tot mijn benoeming tot hoogleraar Perceptiemanagement gaf Bert mij nog een waardevol en welkom advies. Let maar eens op de komende tijd, zei Bert. Nu je de essentie van perceptiemanagement en imagotransplantaties hebt begrepen,  zul je er veel plezier aan beleven als je de voorbeelden bij je langs ziet komen. Dank, Bert, ik kijk er naar uit. 



Peter Tersteeg

Bert Bokhoven over eenheidsworsten


Onlangs zag ik op een forum voor interim managers een uitgebreide discussie over de vraag “Bent u een doorsnee interim manager of valt u op door uw presentatie?” Een simpele vraag, maar het antwoord is niet zo eenvoudig. Het leek mij dan ook raadzaam om mij bij de meningsvorming te laten bijstaan door Bert Bokhoven, de onbekende filosoof. Ook Bert was het al opgevallen dat velen zich druk maken of ze nu wel of niet eenheidsworsten zijn. Aan Bert had ik reeds aangegeven dat het voor mij duidelijk is. Ik ben namelijk een eenheidsworst, ook al probeer ik om het niet te zijn door creatieve oplossingen te vinden voor moeilijke problemen.  Ik doe dingen. Meestal gewone dingen, maar soms ook onmogelijke dingen. En dat probeer ik zo goed mogelijk te doen, omdat ik dat leuk vind. 

 

Op AiA advies van Bert heb ik ooit besloten van management mijn beroep te maken. Dat was een geweldig advies, want ik heb ik er nooit spijt van gehad en ik beleef daar nog steeds veel plezier aan. Plezier in het helpen van mensen, organisaties en goede doelen. Heel gewoon dus. In de traditie van Bert Bokhoven. 

 

Zoals Bert - met zijn scherp intellect - al eens voorzien had, zou ik als eenheidsworst een Onbekende Nederlander blijven. En ik vind dat helemaal prima. Want als Onbekende Nederlander kun je nog een mening hebben over zaken die een BN’er niet kan hebben. Als ze tenminste al een eigen mening hebben die ergens op slaat. Schitteren in oppervlakkigheid is sommige BN'ers immers bepaald niet vreemd. Maar dit geheel terzijde. Als OBN’er kun je ook allerlei dingen doen die BN’ers – behoudens Gordon & Joling – zich volstrekt niet kunnen permitteren. In je neus peuteren of ongeschoren over straat gaan bijvoorbeeld. Ik zou het er niet voor over hebben om al dat allemaal te moeten opgeven. Ik wil dan ook graag een Onbekende Nederlander blijven. En, dat zal mij best wel lukken. Ik heb een geode leerschool gehad bij Bert Bokhoven. 

Een ander fenomeen is de VIP. Zo regelmatig komen er allerlei uitnodigingen waar je als kennelijke VIP voor wordt uitgenodigd. Wat dan de definitie is van een VIP is daarbij volkomen onduidelijk. Laat mij dan ook maar een Onbelangrijke VIP zijn. Ook dat bevalt prima en ik kan dan tenminste doen wat ik zelf allemaal leuk vind.
Wat een onzinnige vraag overigens. Bent u een doorsnee interim manager of valt u op door uw presentatie. Alsof dit tegengestelde keuzemogelijkheden zijn. Ik volg daarbij Bert’s verbluffend eenvoudige advies: “Be yourself and be that perfectly”. 


Peter Tersteeg

Bert Bokhoven over de crisis

Bert Bokhoven was een groot man. Een briljant denker. Een uitmuntend filosoof, ook al had hij dat zelf niet in de gaten. Bert Bokhoven dacht na over de zin van het leven. Daar is het verder bij gebleven, want ook Bert heeft het antwoord daarop niet gevonden.

Bert dacht ook na over de vraag of een spiegel het doet als je niet kijkt. Ook op deze prangende levensvraag heeft Bert geen antwoord gevonden. En toch was Bert een briljant denker. Een denker met allure. Jammer dat er niets over hem bekend is. En helaas is Bert in vergetelheid geraakt zoals zovelen overkomt.

Nooit heb ik iets van Bert gelezen, noch heb ik hem ooit ontmoet. En verder weet ik helemaal niets van de man. Maar ik ben en blijf een groot fan van Bert. Vanwege zijn  eenvoud; vanwege zijn probleemoplossend denken.   Als Bert nog onder ons zou zijn, zou Bert de huidige eurocrisis doordacht hebben en met een verpletterend eenvoudige oplossing zijn gekomen: "geef niet meer uit dan je hebt". En dat is Bert ten voeten uit. 
Een voorbeeld voor ons allen.


Ook heeft Bert aan de wieg gestaan van het denken over vermijdbare kosten. Kosten die je in ieder geval  kunt uitstellen; en zelfs ook helemaal achterwege kunt laten. Interessante materie voor de politici onder ons die betrokken zijn bij de besluitvorming om een legermuseum van 160 mln  (200 mln bij de oplevering) te bouwen op een moment dat nota bene 28 mld bezuinigd moet worden. Wat zou Bert daar toch van gevonden hebben.

Ik vind het dan ook niet terecht dat Bert  met zijn inspirerende gedachtegoed vergeten lijkt te zijn. Maar misschien kunnen we daar nog iets aan doen door het gedachtegoed van Bert aan te passen en te actualiseren. Zoals dat ook met Pim Fortuyn - onze Pim - gebeurd is.


Peter Tersteeg

Bert Bokhoven over positief denken


Het wordt met de dag erger. Die vreselijke files. Een absolute ramp en een zinloze verspilling van tijd. Alsof het allemaal niets kost. En dan nog het gadver gevoel als je in alle vroegte moet vertrekken om naar je werk of een afspraak te gaan. Je kunt bijna niets meer plannen: je bent of te laat of veel te vroeg. Vreselijk allemaal toch. Als je dat dan allemaal zo eens aan ziet dan zou daar toch een oplossing voor moeten zijn.

Terwijl ik daar zo eens over nadacht, vroeg ik mij af wat Bert Bokhoven - de onbekende filosoof – daar nu allemaal van gevonden zou hebben. Ik ben er zeker van dat Bert met de hem kenmerkende eenvoud en bescheidenheid daar een oplossing voor gevonden zou hebben die ons allen verstomd zou doen staan. Een briljante oplossing in al zijn eenvoud. En inderdaad, Bert Bokhoven had een briljante oplossing.

Bert was tot een oplossing gekomen die zijn oorsprong vond in het Chinese denken. Bert had zich namelijk gerealiseerd dat het Chinese begrip van crisis is opgebouwd uit de karakters voor 'bedreiging' en 'kans'. Men gaat er van uit dat er een samenhang bestaat tussen deze schijnbare tegenstellingen. En dat een crisis dus niet alleen maar bedreigend is. Bert toonde aan dat er aan een crisis evident kansen verbonden zijn. Een denkraam gebaseerd op positief denken. Een model van omdenken dat onwillekeurig tot oplossingen leidt. Een oplossing niet in het aanleggen van nog meer asfalt, maar gewoon creatief met je tijd omgaan. Je tijd aangenaam en nuttig besteden. As simple as that.

Met Bert’s gedachtegoed als leidraad dacht ik dat het wel eens interessant zou zijn om Driving Brains op te zetten: een service om (top)managers naar hun werk of afspraak te rijden. Het zou mooi zijn als dat in een prachtig glimmende Bentley zou kunnen, maar gezien de kredietcrisis mag je niet verwachten dat een bank een dergelijk initiatief wil financieren. Ik zou het voorlopig dan even moeten doen met een eenvoudige Cadillac. Het idee is om als we dan we dan zo in de auto zitten - waarschijnlijk in zo’n onterechte file - we uw tijd nuttig dan nuttig kunnen invullen door bijvoorbeeld de strategie van uw onderneming te bespreken en wij u advies kunnen geven. Over management.

Een vorm van filecoaching: een aardig idee toch. Van A naar Beter. Advies volgens het beproefde AiA concept (Advies in Alles). Van hier naar wow ! Management advies op een creatieve manier. Over crisis, groei, consolidatie. Over oplossingen. Resultaatgericht de file in; met een blik op de weg. De blik op uw weg kan zo maar veranderen door de gesprekken die wij voeren. It is lonely at the top, en vertrouwelijke zaken zijn veelal intern moeilijk bespreekbaar. Ook daar biedt file coaching de oplossing voor. Vertrouwelijke en inspirerende gesprekken met iemand die zijn sporen in het bedrijfsleven verdiend heeft. Iemand die het gewoon leuk vind om anderen op een creatieve manier als mentor bij te staan bij de alledaagse beslommeringen die bij het managen van een onderneming horen.

En wat dacht u van Flying Brains: wij gaan met u mee op zakenreis en helpen u met de contacten en contracten voor uw buitenlandse opdrachtgevers. Wij hebben iets met China en kunnen ons daardoor wellicht heel nuttig voor u maken. Het is allemaal bespreekbaar. Zelfs in het Chinees ! En dan hebben we nog Brains for Rent in de aanbieding: executive interim management om uw onderneming op tijdelijke basis bij te staan bij alle zaken die aan de orde komen bij crisis, groei, of consolidatie van een organisatie. Herpositionering, rendementsherstel, reorganisaties en start-ups. Allemaal leuk om te doen.

Maar, er is meer. Braindonaties: kennis en ervaring (gratis) beschikbaar stellen aan goede doelen. Zoals we dat doen voor de Stichting Noble House Nepal (http://www.engely.eu).

Al met al een briljant voorbeeld van positief denken; een voorbeeld van omdenken van crisis naar kansen. Bert Bokhoven, dank.

Via onze website http://www.driving-brains.nl/welkom.html kunt u kennismaken met onze dienstverlening. Uiteraard bent u ook welkom voor een nader oriënterend gesprek waarbij wij u ons concept van file-coaching graag verder zullen uitleggen. U kunt ons bereiken via Bert.Bokhoven@Kenze.nu

Peter Tersteeg






Bert Bokhoven over levensgenieters


Onlangs was ik bij een bijeenkomst waar veel mensen aanwezig waren met een stevig overgewicht.  Het viel mij op dat vrijwel allen van mening waren dat hun overgewicht er louter en alleen was omdat zij levensgenieters waren. 

Wat zou Bert Bokhoven – de onbekende filosoof – daar nu van gevonden hebben ? Het lijkt mij evident dat Bert onmiddellijk zou doorzien dat hier ernstige denkfouten gemaakt worden. Bert zou onmiddellijk vraagtekens plaatsen bij de stelling van deze levensgenieters als zou overgewicht een actieve handeling zijn, die direct verband houdt met het levensgenieterschap. Bert zou met zijn unieke vermogen om complexe materie tot een verbluffende eenvoud terug te brengen onmiddellijk de vlijmscherpe analyse getrokken hebben dat obesitas uitsluitend het gevolg is van ongestructureerde en veelal onbewust inname van spijzen en dranken. Als voetnoot zou Bert daar zeker aan toegevoegd hebben dat het een gelegenheidsmisvatting is om aan te nemen dat eten als zodanig bepaalt of je een levensgenieter bent. Bert wijst terecht op het tegendeel in de redenering: alsof mensen die minder door eten geobsedeerd zijn geen levensgenieter zouden kunnen zijn. Ik heb eens opgezocht hoe het begrip levensgenieter gedefinieerd wordt en kwam daarbij tot verrassende vondsten.  Bert maakt ons met zijn denken pijnlijk duidelijk dat, om het predikaat “levensgenieter” te mogen dragen, er wel iets meer moet zijn dan iemand die gewoon te veel eet. Daarmee zou je volgens Bert de ware levensgenieter bepaaldelijk te kort doen. 

In zijn toelichting op zijn denkmodel geeft Bert aan dat het het levensdoel van levensgenieters is om in alles gelukkig te zijn. Daarin zijn ook elementen van de psycho-sociale benadering te herkennen: levensgenieters willen alle mogelijke kansen op geluk pakken, en de pijnlijke momenten zoveel mogelijk vermijden. De ervaring is het belangrijkste, en onprettige ervaringen moeten zo lang mogelijk ontlopen worden. De levensgenieter is erg optimistisch, en kan dit optimisme goed op anderen overbrengen door overtuigend, en vooral ook,  veel te praten. Het zijn interessante gesprekspartners, mits er geen probleem is dat besproken moet worden.

De literatuur leert dat levensgenieter door hun grenzen verleggende, vernieuwende houding levensgenieters interessante ideeën hebben. Wel hebben ze iemand anders nodig om het idee goed uit te werken, want zelf kunnen ze niet lang genoeg op één ding focussen om het ook af te maken. Gelukkig kunnen ze met hun taalvaardigheden goed andere mensen motiveren en  het potentieel in andere mensen naar boven halen. De levensgenieter is een veelzijdig individu, die steeds op zoek gaat naar nieuwe, opmerkelijke zaken en altijd meerdere opties wil open houden. Levensgenieters zitten vol met nieuwe ideeën en potentiële toekomstvisies. Levensgenieters kunnen niet tegen routine en zijn niet goed in dingen afmaken; rennen weg van emoties en plichten. Grenzen moet je een levensgenieter dan ook vooral niet op willen leggen. Levensgenieters zijn uiterst goed gezelschap, omdat ze intrigerend en grappig zijn, en veel fascinerende verhalen kunnen vertellen. Het moet alleen niet serieus worden, want dan rent de levensgenieter weg.

Toch is Bert het niet eens met de beschrijving van het archetype “levensgenieter” door de zogenaamde deskundigen. Naar Bert’s – verfijnde – smaak is een levensgenieter iemand die kan genieten van al wat het leven hem biedt. De vreugde van het nieuwe leven, de vreugde van geluk, de vreugde van zichzelf te kunnen ontwikkelen. Vreugden of genietingen die het zinnelijke genot te boven gaan of aanvullen. 

Ik realiseer mij dat ik volgens het gedachtegoed van Bert een levensgenieter ben. Ik was mij daar nog niet echt van bewust, ook al houd ik van lekker eten.  Bert, dank voor dit inzicht. 

Peter Tersteeg







Bert Bokhoven over melancholieke mannen

Bert Bokhoven – de onbekende filosoof – zou genoten hebben van de film "Gianni e le donne". Een film over het afscheid nemen van het werkzame leven. En leven waarin mannen nog een positie hadden. Een positie met aanzien, invloed en macht. "Gianni e le donne" gaat over de melancholie van oudere mannen. Over oudere mannen die bij elkaar zitten en het leven bespreken, maar vergeten het te leven. Het natuurlijk gaat het niet over mij, maar over de rest. Over bijna iedereen dus.

Als Bert hier zijn licht over zou hebben laten schijnen zou hij tot de verbluffend eenvoudige conclusie zijn gekomen, dat het eigenlijk onbedaarlijk grappig is om gewoon te zijn. En gewoon als ieder ander ouder te worden. Iedereen probeert anders dan anderen te zijn. Iedereen probeert zo krampachtig anders dan gewoon te zijn. Bert brengt ons met zijn vlijmscherpe analyse tot het verhelderende inzicht hoe dwaas sommige ouderen zich gedragen om te laten zien hoe jong ze nog zijn. Velen hebben de misvatting dat zij uniek zijn, maar juist door hun dwaasheid zijn ze weer hetzelfde als de meeste van al die anderen. Want volgens de benadering van Bert maakt dat nu juist dat je hetzelfde bent. Dat je heel gewoon bent.  

Diepgaand  onderzoek van Bert zou zonneklaar aan het licht gebracht hebben dat de ouder wordende mensch de voordelen van het heden rationaliseert. Het “het mag niet meer” wordt vertaald naar “het hoeft niet meer”. Onderzoek toont aan dat het rustig om je heen wordt. Een natuurlijke, biologisch ingegeven ontwikkeling  die de oudere man bewust ook zoekt omdat hij de hectiek niet meer aan kan.  De denkbeelden staan veelal vast; meningen worden niet meer aangepast. Het is zoals hij vindt dat het is. Nieuwigheden zijn niet nodig; daar is geen tijd voor. De werkelijkheid ligt echter anders, aldus Bert.  De pensionado begrijpt het niet meer. De wereld is niet meer van hem. Hij treedt bij voortduring in herhaling, al zijn verhalen zijn niet nieuw meer. En, er gebeurt niets meer. Behalve misschien nog voor de kinderen, is de pensionado voor niemand meer interessant.
 
Je komt op een punt dat je het verder wel kunt vergeten. Het wordt alleen maar slechter. Je bent heel definitief over je hoogtepunt heen. Het hoeft allemaal niet meer. Eindelijk. Je beseft toch wel dat je vanaf dat moment ontoerekeningsvatbaar verklaard bent. Niemand ontkomt daar aan. Het wordt allemaal iets minder. Ader­verkalking rukt op. Het lukt nog maar twee keer in de week. Je wordt wat trager en begrijpt de jeugd niet meer zo goed. Je leest ook al alle overlijdensadvertenties in de krant. En stiekem bij de tandarts de senioren bladen vol advertenties over instapbaden, steunzolen en bruingetinte energieke anderen. Kortom, je zou het niemand toewensen. Maar het gebeurt je en ineens ben je er nog blij mee ook.

Volgens de inzichten van Bert een groot sociaal probleem, maar er zijn ook oplossingen. En gelukkig kan Bert ons ook hier uitzicht bieden op een briljante maar simpele oplossing. Simpel in al zijn eenvoud. Een oplossing zo kenmerkend voor Bert. Immers, men  mag nu weer een vriendin nemen. Niemand die het nog kwalijk neemt. Men mag nu ook op zaterdag­middag in de kou rondtoeren in een oude sportwagen met open dak en denken dat alle vrouwen kijken. Dat men kou vat en spierpijn krijgt, hoeft niemand te merken.
Men mag nu meedoen aan al die filo­sofische beschouwingen over de kwaliteit van het leven en men slikt 's winters al die vitamine­pillen van Dr Vogel. En als men een hekel hebt aan grijs, mag men  vanaf heden je haar verven. En ook al zijn er wel eens van die momenten dat men zich in de gracht zou willen laten rijden, is dat toch niet aan te bevelen. Immers de basis van het denken van Bert is gelegen in de filosofie “tel zegeningen in plaats van schaapjes”. En dit inzicht leidt tot interessante oplossingen. Wat dacht je er immers van om je 60e verjaardag pas over 11 jaar te vieren. Niemand die het zal merken. Een volgend lonkend perspectief is ongetwijfeld de mogelijkheid om korting op treinreizen te krijgen (in de daluren) en op mid­weekar­rangementen bij Center Parcs. Dus waarom nu eigenlijk getreurd; het hoort er nu eenmaal allemaal bij.

Interessant is de stelling van Bert dat de pensionado steeds meer in het verleden gaat leven. Soms een mooi verleden waar hij naar terug verlangd, ook al weet hij heel goed dat het niet meer bestaat. En daar wordt hij melancholiek van. Het leven dat toen echt niet zo mooi was als nu gedacht wordt. Maar het maakt je gelukkig. En dan breekt ook de periode aan dat vrouwen niet meer naar je kijken. Maar dat heb je niet meer door.  En dat is misschien maar goed ook.


Peter Tersteeg

Bert Bokhoven ontmoet Nietzsche


Regelmatig kom ik mensen tegen die gebukt lijken te gaan onder een zware last. Een last die zij kennelijk al sinds hun jeugd met zich dragen. Het verwonderde mij zodanig dat ik te rade ging bij Bert Bokhoven, de onbekende filosoof. Na enig nadenken schroomde Bert niet om mij te verwijzen naar het gedachtegoed van een ander groot denker: Nietzsche.

Het was Bert namelijk bekend dat Nietzsche over dit onderwerp had nagedacht en zijn gedachten daarover had neergelegd in zijn boek “Also sprach Zarathustra”. Een boek over het proces van de ontwikkeling van de mens van Übermensch naar kind. Volgens Bert Bokhoven verhelderend voor mij als ik kennis wil nemen van de achtergronden van de ontwikkeling van de mens. De kameel is de eerste gestalte van een proces waaruit later een Ubermensch tevoorschijn zou moeten komen. Die Übermensch laten we maar even voor wat het is, gezien alle associaties die dit oproept. Maar bepaald interessant en verhelderend is Nietzsche’s gedachte dat een mens zich ontwikkelt van een kameel naar een leeuw en vervolgens – merkwaardigerwijs – naar een kind.

De kameel is degene die alles wat zwaar is op zich wil nemen en een sterke behoefte heeft aan gewicht. Zijn kracht vraagt dat gewicht ook. Met zijn last trekt hij eenzaam de woestijn in en wordt leeuw. De leeuw wordt de vijand van zijn meester als hij zegt ‘ik wil’. De leeuw schept zijn eigen  vrijheid en komt, veelal opstandig en slechts gedeeltelijk los van zijn verleden. Hieruit moet het kind groeien; een nieuw begin.

De kameel draagt niet alleen de lasten, maar eigenlijk geniet hij daarbij van de kracht die hij weet op te brengen. De kameel wil steeds meer te dragen krijgen, om op die manier zijn eigen kracht verder te ontwikkelen. Maar de kameel wordt in zijn vroege jeugd ook opgezadeld met, soms bijna ondraaglijke, lasten. De last die meegegeven wordt vanuit bijvoorbeeld de godsdienstige overtuiging van de ouders. De last van een straffende God,  de last maar ook het houvast van normen en warden, de last van hoe het hoort.  Het is ook opmerkelijk als mensen denken schrijven over de lasten die zij als kameel ervaren hebben, dat heel vaak de vroegere religieuze ervaring een dominante rol speelt. Ook draagt de kameel bagage met zich mee waar hij in latere levensfasen gemak van heeft. Het is zaak voor de kameel een goede leidsman te vinden. Iemand die zijn denken vruchtbaar maakt, tot leven wekt en doet groeien.

Zonder ooit kameel te zijn geweest is het volgende stadium van de leeuw niet mogelijk. De paradox van het leven is nu dat dit eerste stadium onvermijdelijk het volgende stadium in zich bergt. De zwaarst beladen kameel stevent onherroepelijk af op de dorste woestijn: een plaats waar hij beslist nooit had willen zijn. Maar in de eenzaamste woestijn geschiedt de tweede gedaanteverwisseling: tot leeuw wordt de geest, vrijheid wil hij buitmaken en meester zijn in zijn eigen woestijn. De kameel wordt leeuw en brult tegen de denkbeelden van zijn leermeesters en tegen zoals het hoort. Een fase waarin de leeuw zijn eigen kracht leert ontdekken en meer zelfstandig in het leven komt te staan. Hier komt het basisprincipe van het leven volgens Nietzsche voor het eerst tot uiting: de wil tot macht. In de eenzaamste woestijn gaat de mens een laatste gevecht aan om het allerzwaarste te overwinnen: het gevecht met de draak die honderd-en-een dingen beval met een autoritaire stem: "Jij zult". "Jij zult" staat de geest van de leeuw in de weg. Een mens komt automatisch terecht in een volgende fase van het leven, de fase die zegt: "Ik wil". De strijd die ontstaat is dramatisch, des te dramatischer naarmate de kameel zwaarder beladen is.

Het is opmerkelijk hoeveel mensen in hun leven gebukt gaan onder opgelegde lasten. En daar niet van af (kunnen) komen. Voor de voorgaande generatie waren het de zware opgelegde normen, waarden en strikte regels ten aanzien van fatsoen en gedrag, Welke opgelegde lasten heeft de huidige generatie ?
 

En dan de fase van het kind. Een fase waarin een mens, na eindeloze ervaring en kennis opgedaan te hebben uiteindelijk uitkomt op onafhankelijkheid, een wet voor zichzelf te zijn.  Een fase waarin iemand alleen nog verantwoordeng schuldig is aan zichzelf. 

In het verlengde daarvan, een prachtig stukje televisie als Erica Terpstra in het programma "Erica op reis"  aan de Dalai Lama advies vraagt voor de rest van haar leven. De Dalai Lama antwoordt: "als oude man of vrouw hebben wij genoeg ervaring om met problemen om te gaan, zinvol en met mededogen. Dat een oude dame advies vraagt aan een oude man is dus onzin". 

“Word wie je bent”, aldus Nietzsche. En wees gelukkig als je kunt zijn wie je bent, voeg ik er dan zelf maar aan toe. Be yourself and be that perfectly.

Illustratief voor de bescheidenheid van Bert Bokhoven was het feit dat Bert verder niets had toe toevoegen. Zijn simpele verwijzing naar het gedachtegoed van collega Nietzsche was voldoende om mij te doen begrijpen. Complexie materie met enkele opmerkingen terugbrengen naar een hanteerbare eenvoud. Bert ten voeten uit.


Peter Tersteeg


Bert Bokhoven over het Grote Niets


Bert Bokhoven – de onbekende filosoof – was er tijdens zijn overpeiningen achter gekomen dat er eens het Grote Niets was. Het Grote Niets dat alles in zich had. Meestal was het rustig in het Grote Niets. Het hoefde niets, het deed niets, want het was niets.
Bert had evenwel het vermoeden dat er toch meer moest zijn!
 
Een vermoeden dat bijvoorbeeld de Italiaanse natuurkundige Majorana ook al had. Dat er meer is blijkt het recent ontdekte en zogeheten Majorana-deeltje te zijn. Een hele geruststelling. Maar het zet Bert wel aan het denken. Een Majorana-deeltje is zijn eigen anti-deeltje. Een deeltje dat er niet is maar dat collectief gedrag vertoont van vele deeltjes dat eigenschappen van een enkel deeltje heeft.  Er is iets gemeten dat er niet is. Is het er dan wel of is het er dan niet. Heel ingewikkeld en voor mij veel te moeilijk. Maar als niets toch iets blijkt te zijn wordt het nog ingewikkelder. Want hoe zit het dan met niets dat toch gemeten kan worden. Sommigen hebben het vermoeden dat er een ziel of een God bestaat. Zou je dat dan ook kunnen meten ? Een boeiende vraag voor Bert Bokhoven, voor theologen en voor natuurkundigen. 

Het blijft ingewikkeld. Iets wat nergens op lijkt, lijkt immers alleen op zich zelf.  Maar lijkt niets dan op iets of lijkt niets alleen op niets. Is alle niets dan gelijk of zijn er verschillende nietsen.  Onlangs zag Bert een rouwadvertentie; zij had – met alle respect – haar lief, haar alles verloren. Er bleef dus niets over. Maar als je bij voorbeeld niets om iemand geeft, is dat dan dezelfde niets. Lijken die nietsen op elkaar of alleen op zichzelf. Hoewel Bert met zijn briljante denken veelal in staat is om door te dringen tot de elementaire eenvoud van materie en problematiek, had Bert hier direct geen antwoord. Ook de vraag of je met niets rekening moet houden is een vraag waar Bert zijn gedachten nog eens over moet laten gaan ? Evenals over de vraag, hoe niets er uit ziet en of niets een kleur heeft. Bert moest met zijn bijna encyclopedisch brein aan de uitspraak van Deng Xiaoping denken: het is moeilijk een zwarte kat in een donkere kamer te vinden, zeker als die er niet is. 

Wat is het tegenovergestelde van niets. Volgens wikipedia zijn de experts  van mening dat dat “iets” is en niet “alles”. Daar valt misschien wel iets voor te zeggen, maar wie zijn de experts eigenlijk ?  Kennelijk iemanden die iets over niets weten. Wat zouden de kinderen van die experts overigens zeggen als gevraagd wordt "wat doet je vader ?" Hij is expert in niets en heeft uitgevonden dat het tegendeel iets is.

Met de hem zo kenmerkende bescheidenheid maakt het Bert het voor zijn kinderen toch wel gemakkelijker door te blijven beweren dat hij zelf helemaal niets kan. Maar daar dan wel heel erg goed in is. Bert beweert dan ook dat hij niets weet over iets. Ik waag dat overigens te betwijfelen. 

En verder weet ik er helemaal niets van. Zeker niet van het Grote Niets.

Peter Tersteeg 


Bert Bokhoven over het leven


In ieders leven gebeuren leuke, maar ook minder leuke dingen. De balans daarin is niet te voorspellen en het overkomt je. Zolang het goed gaat, is dat geen probleem en heb je reden om tevreden te zijn, ook al wordt dat wel eens vergeten. Het wordt anders als het minder goed gaat en je geconfronteerd wordt met grote problemen.

Als ik zo maar eens op een willekeurig moment over het leven eens nadenk, kom ik toch onwillekeurig weer terecht bij Bert Bokhoven, de onbekende filosoof. Wat zou hij toch met de hem zo kenmerkende eenvoud van het leven gevonden hebben. Hij heeft al eens nagedacht over de zin van het leven. Daar kwam hij echter niet uit. En dat gaf hij ook ruiterlijk toe. Een houding van een groots denker die vooral zijn eigen beperkingen kent. Chapeau !
  
In zijn verbluffende eenvoud had Bert een denkmodel bedacht. Een model dat onderscheid maakt in problemen die je wel kunt oplossen en problemen die je niet kunt oplossen. Een down to earth eye opener is de visie, dat een levensbedreigende ziekte veelal onoplosbaar is en dat je die, op de een of andere manier, zult moeten ondergaan. Je kunt je beter concentreren, zeg maar focussen, op problemen die wel oplosbaar zijn. Bert
heeft in zijn praktijk waargenomen, dat te veel en te vaak worden problemen toegeschreven aan die grote enge buitenwereld. Anderen hebben het dan altijd gedaan. Het leven is niet eerlijk, wordt er dan geroepen. Maar wie heeft er eigenlijk gezegd dat het leven eerlijk is ? Het overkomt je allemaal maar, denkt men dan, en daar voel men zich dan het slachtoffer van. Een dergelijke fatalistische benadering vindt geen voeding in Bert’s gedachtegoed. Sterker nog, Bert pareert deze foutieve benadering met het hem kenmerkende  omdenken waarbij hij de vraag stelt: heb je je dan echt wel eens afgevraagd hoe het komt dat het jou allemaal zo maar lijkt te overkomen. Zou de oorzaak toch niet ergens bij jezelf liggen ? Misschien heb je de signalen gemist of genegeerd. Of te lang gewacht om je lot in eigen hand te nemen. Want ja, beslissingen nemen over je eigen leven is soms wel eens moeilijk. 

Realiseer je, dat als je valt niet altijd een ander dat gedaan heeft. Geef niet altijd anderen de schuld. Je doet het zelf. Vallen is niet erg, als je maar weer op staat. En naarmate je je minder het slachtoffer voelt van de vervelende dingen in je leven, ben je beter in staat om weer op te staan en verder te gaan. En zo zien we Bert Bokhoven op zijn best: het terugbrengen van complexe materie naar volstrekte eenvoud. Eenvoud, in de pure zin van het woord.

En als zo vaak komt onze Bert - in alle bescheidenheid - met het briljante antwoord: Het leven is een feest ! Hoe briljant.  Maar, waarschuwt Bert, men moet wel zelf de slingers ophangen. Oei, eoi, wat vlijmscherp. En dan als toelichting op deze bijna ondraaglijke helderheid van denken, neemt Bert ons aan de hand met zijn bemerking: "Het  leven biedt volop kansen". Meestal worden die kansen dan wel gedefinieerd in termen van geld en materiële welvaart. Maar vooruit, zo lang je nog geld kunt verdienen met het schrijven van een lied over een bloemetjesgordijn, mogen we er toch wel van uit gaan dat het leven ons volop kansen biedt. Elke dag weer. Briljant, briljant. Begrijpelijk gemaakt aan de hand van een actueel thema: het bloemetjesgordijn.

Naast Bert Bokhoven hebben ook andere denkers zich tot op zekere hoogte verdienstelijk gemaakt. Een aardig boekje - en ik zeg doelbewust boekje - over dit onderwerp is "Who moved my cheese ?" van Spencer Johnson. Serieuze materie op amusante toon verhalend hoe je met veranderingen in je werk en in je leven moet omgaan. Met een glimlach van Bert Bokhoven, de bescheiden meester. 




Peter Tersteeg