Soms heb je
van die ervaringen soort die je zo maar onverwachts overvallen. Ervaringen die
het leven kleuren en zin geven aan het bestaan. Een muziekje. Een geur. De
sterrenhemel, de oceaan, een landschap, de woestijn. Verliefdheid.
“Wat is dat ?”, vroeg ik aan Bert Bokhoven, de onbekende filosoof. Bert
keek mij aan, en met de hem zo kenmerkende eenvoud, en zei: “dat is een
numineuze ervaring”. Vol verbazing keek ik Bert aan. “Numineus, aar heb ik nog
nooit van gehoord”. “Dat denk ik wel”,
sprak Bert, “je hebt alleen het woord nog nooit gehoord”.
Het woord blijkt bedacht te zijn door de
theoloog Rudolf Otto als aanduiding van de irrationele
bestanddelen in het heilige; het goddelijke dat een mysterie is, dat fascineert
en doet beven. Een numineuze ervaring is
een gebeurtenis die je raakt en waar je door overweldigd wordt. De
overweldigende ervaring dat je tegelijkertijd onbeduidend klein en mateloos
groots bent in het
oneindige, grenzeloze, alles én niets omvattende universum. Een universeel gevoel.
Ervaringen die ons optillen uit een gevoel van nietigheid en
eenzaamheid. Ervaringen die en ons laten
inzien dat we deel uitmaken van iets onbenoembaar groters. Gebeurtenissen waar
je een grote buiging voor maakt. Moments of being.
De kern van
deze ervaringen, vol van verrukkelijke huiver, is irrationeel van aard en
slechts gevoelsmatig te vatten. Ze verwijzen niet naar iets anders, vragen niet
om geloof, maar zijn er gewoon. Moments of being.
Bert merkt
terecht op dat we het allemaal mee en dat we allemaal weten wat we bedoelen.
Maar toch. Maar zegt Bert, misschien geldt ook hier de wijsheid van Cruijff: ‘Je gaat het pas zien als je het doorhebt.’
Peter Tersteeg